Generaal-majoor der Infanterie N. van Willes
Gouverneur der KMA van 1876 - 1878.
Voorganger A. Engelvaart |
Overzicht Gouverneurs | Opvolger M.C.F. Simon |
Loopbaan
N. van Willes werd geboren in het jaar 1817 en werd op 22 jarige leeftijd benoemd tot 2e Luitenant bij het Wapen der Infanterie.
Gelijktijdig met zijn benoeming tot officier werd hij geplaatst bij het 3e Bataljon van de 3e Afdeling Infanterie te Arnhem.
In 1842 werd hij overgeplaatst naar her 3e Bataljon van het 3e Regiment Infanterie te Nijmegen.
Met genoemd Bataljon ging hij in 1843 naar Hoorn en werd toen aangesteld tot 2e Luitenant-adjudant van de bataljonscommandant.
In 1844 volgde zijn overplaatsing naar het 4e Bataljon van het 3e Regiment infanterie eveneens te Hoorn met welk Bataljon hij in 1848 naar Leeuwarden vertrok.
Nadat hij in 1850 was bevorderd tot 1e Luitenant werd hij gedurende een aantal jaren als 1e Luitenant-adjudant toegevoegd aan de Depot-commandant van het 3e Regiment Infanterie.
Na zijn bevordering tot Kapitein werd hij in 1857 geplaatst in een staffunctie ,,in speciale diensten'' bij het Ministerie van Oorlog en deze functie zou hij uitoefenen tot het jaar 1867. In dat jaar volgde zijn bevordering tot Majoor en werd hij benoemd tot bataljons- commandant van het 2e Bataljon van het Regiment Grenadiers en Jagers.
Deze functie werd door hem uitgeoefend tot mei 1870 toen zijn bevordering tot Luitenant-kolonel een feit werd, waarbij hij tevens werd overgeplaatst naar Groningen, waar hij werd aangesteld tot Commandant van het Depot van het 1e Regiment Infanterie.
In 1872 werd hij benoemd tot Regimentscommandant van het 7e Regiment Infanterie met standplaats Amsterdam, terwijl hij in dat jaar tevens werd bevorderd tot Kolonel.
Op 11 april 1876 arriveerde Generaal-majoor van Willes op de Koninklijke Militaire Academie, waar hij per genoemde datum was benoemd tot Gouverneur van de K.M.A.
De functie van Gouverneur zou echter maar voor een beperkte tijd door hem worden uitgeoefend, want bij besluit van 8 februari 1878 werd Generaal-majoor van Willes benoemd tot Inspecteur van het Wapen der Infanterie, waardoor hij genoodzaakt was het commando over de K.M.A. over te dragen aan de toenmalige Eerste Officier M. C. F. Simon welke plechtigheid geschiedde in aanwezigheid van het gehele Cadettencorps.
In juli 1879 werd deze 10e Gouverneur van de K.M.A. bevorderd tot Luitenant-generaal. De functie van Inspecteur der Infanterie werd door hem nog 6 jaar uitgeoefend tot 1884, in welk jaar hij werd gepensioneerd.
Vrijwel onmiddellijk na zijn pensioen overleed hij te 's-Gravenhage na een bijna 45-jarige diensttijd als officier.
Staat van Dienst
STAAT VAN DIENST | |
3 januari 1839 | 2e Luitenant de Infanterie en geplaatst bij het 3e Bataljon van de 3e Afdeling Infanterie te Arnhem. In 1842 werd hij geplaatst bij het 3e Bataljon van het 3e Regiment Infanterie te Nijmegen en in 1843 vertrok hij naar Hoorn |
28 november 1850 | Benoemd tot 1e Luitenant der Infanterie |
30 september 1857 | Benoemd tot Kapitein en geplaatst in een staffunctie bij het ministerie van oorlog tot 1867 |
21 januari 1867 | Benoemd tot Majoor en aangesteld tot bataljonscommandant van het 2e bataljon van het Regiment Grenadiers en jagers. |
28 mei 1870 | Bevorderd tot Luitenant-kolonel en aangesteld tot commandant van het depot van het 1e regiment Infanterie |
24 november 1872 | Kolonel der Infanterie en benoemd tot Regimentscommandant van het 7e Regiment Infanterie te Amsterdam. |
11 april 1876 | Generaal-majoor der Infanterie |
11 april 1876- 8 februari 1878 | Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie |
8 februari 1878- 1884 | Inspecteur van het Wapen der Infanterie |
1 juli 1879 | Luitenant-Generaal der Infanterie |
6 augustus 1884 | Overleden te 's-Gravenhage |
Onderscheidingen
ONDERSCHEIDINGEN
Ridder in de Orde van de nederlandse Leeuw.
Ereteken voor langdurige dienst als officier met het cijfer 40.
Grootkruis in de orde van de eiken Kroon