Kolonel der Artillerie L.G. Berends
Gouverneur der KMA van 1885 - 1886.

 Gouverneur Berends

 

Voorganger
J.C.C. den Beer Portugael
Overzicht Gouverneurs Opvolger
J.N.A. Baron Taets van Amerongen

 

 

Loopbaan

In het jaar 1834 werd L. G. Berends geboren en aangezien zijn hem hadden voorbestemd voor een officiers-loopbaan, volgde hij in de jaren 1851-1854 een vierjarige opleiding als cadet aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda en werd hij op 12 juli 1854 benoemd tot 2e luitenant bij het wapen der Artillerie.
Zijn eerste standplaats was Breda, waar hij werd ingedeeld bij de 4e Depot compagnie van het 2e Regiment Vestingartillerie. Nadat hij in 1856 was bevorderd tot 1e Luitenant bleef hij werkzaam bij het ze Regiment Vestingartillerie tot het jaar 1860 toen hij werd geplaatst op de Kon. Mil. Academie als leraar in de artilleriewetenschappen.
Hij werd ingedeeld bij de 3e Compagnie cadetten en werd speciaal belast met het onderwijs in de wiskunde. Ook nadat Luitenant Berends in oktober 1865 bevorderd was tot Kapitein bleef hij nog enige tijd op de KMA werkzaam tot september 1866 toen hij werd terug geplaatst naar het 2e Regiment Vestingartillerie, waar hij in eerste instantie belast werd met het beheer van het artilleriematerieel in Heusden   

Vrij spoedig daarna werd hij weer in Breda geplaatst bij de 4e Depot Compagnie van het 2e Regiment Vestingartillerie, met welk onder deel hij in 1870 naar Naarden werd gedetacheerd.
In 1873 werd Kapitein Bereids benoemd tot Adjudant van de “Kommandant van de Nieuwe Hollandse Waterlinie benoorden de Lek" met standplaats Utrecht.

Deze functie oefende hij uit tot 1875 toen hij werd aangesteld tot Adjudant van de Bevelhebber in de 2e Militaire Afdeling wederom te Utrecht. Daar bleef hij werkzaam tot het einde van het jaar 1876, want nadat Berends bevorderd was tot Majoor van de Generale Staf werd hij per gelijke datum benoemd tot Chef van de Staf van de 2e Divisie Infanterie waarvan het Hoofdkwartier in Haarlem was gevestigd.
Tot het tweede halfjaar van 1880 bleef Majoor Berends bij de 2e Divisie Infanterie werkzaam, daarna werd hij in dezelfde functie overgeplaatst naar de 1e Divisie Infanterie te 's-Gravenhage.

Zijn benoeming tot Luitenant-kolonel van de Generale Staf volgde in september 1881 en zijn verblijf bij de 1e Divisie Infanterie werd af gesloten op 10 april 1885 toen hij werd bevorderd tot Kolonel van de Artillerie en gelijktijdig werd benoemd tot Gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie.
Zoals ook reeds bij vele van zijn voorgangers het geval was geweest, zou ook deze Gouverneur van de K.M.A. maar een korte tijd belast zijn met het bestuur over de Koninklijke Militaire Academie, want op 22 juni 1886 werd hij benoemd tot commandant van het 2e Regiment Vestingartillerie met standplaats Amsterdam.
Toen de cadetten na de vakantiemaanden terugkeerden op de Academie, vernamen zij dat Kolonel Berends als Gouverneur zou worden opgevolgd door de Kolonel van de Generale Staf Baron Taets van Amerongen.
In een meer lange dan mooie, volzin in de Cadettenalmanak van 1827 werd van de Gouverneur aldus afscheid genomen : ,,Dat het ons speet den Gouverneur, dien wij in den korten tijd, gedurende welken hij aan het hoofd van onze Academie stond, om zijn humaniteit, zijn rechtvaardigheidsgevoel hadden leeren liefhebben en hoogachten, eerbiedigen om de strengheid, de kracht waarmee hij ieder vergrijp wist te straffen, te moeten missen, behoeft nauwelijks gezegd te worden''
Het commando over het 2e Regiment Vestingartillerie was zijn laatste commando als officier want in 1889 werd Kolonel Berends gepensioneerd.
Hij overleed op 74-jarige leeftijd te Nijmegen in het jaar 1908.