Luitenant-generaal der Genie A.V. van den Wall Bake
Gouverneur der KMA van 1964 - 1969.

Gouverneur van de Wal Bake 

Voorganger
W.C.H. van Reede
Overzicht Gouverneurs Opvolger
J.N. Mulder

 

 

 

Loopbaan

Alexander Vasmer van den Wall Bake werd op 6 juni 1911 te Arnhem geboren en arriveerde op 26 september 1928 als Cadet der Genie op de Kon. Mil, Academie. Na een voorspoedige studietijd volgde op 2 augustus 1931 zijn benoeming tot Tweede Luitenant der Genie, waarna hij geplaatst werd bij het 1e Bataljon Regiment Genietroepen te Utrecht        
Na zijn bevordering tot 1e Luitenant der Genie op 29 augustus 1933 volgde plaatsing bij de Afdeling Speciale Diensten van het Regiment Genietroepen te Utrecht gevolgd door een overplaatsing naar 's-Gravenhage in 1936.
In de rang van Kapitein, sinds 18 augustus 1939, maakte hij de mobilisatie mee van 1939 en de oorlog van mei 1940. Op 15 mei 1942 werd hij met vrijwel alle Nederlandse beroepsofficieren in Duitse krijgsgevangenschap weggevoerd. Gedurende drie jaar verbleef hij in Duitse gevangenkampen: maar hij besteedde zijn tijd wel op zeer nuttige wijze. Samen met de Kapitein van het KNIL M.van den Heuvel, die in 1946 in lndonesië zou sneuvelen, was Kapitein van den Wall Bake de ziel van een organisatie; die zich ten doel had gesteld ontvluchtingspogingen te coördineren en op verantwoorde wijze ten uitvoer te brengen.
Deze weldra vermaarde "reisvereniging" die in enige Engelse boeken over krijgsgevangenkampen beschreven staat, stelde in totaal 230 Nederlandse krijgsgevangenen in staat te ontsnappen. Bovendien was het succes van de "reisvereniging" een stimulans voor de geestkracht van alle krijgsgevangenen. Toen de Kapiteins van den Heuvel en van den Wall Bake naar het kamp Tittmoning in Beieren werden ,overgeplaatst' gingen zij ook daar met hun belangrijke werk door.
Een neef van Churchill, Luitenant Giles Romilly, een van de prominente gevangenen, kon dank zij hun organisatietalent ontsnappen. Op 31 mei 1945 kwam er een einde aan deze periode toen Kapitein van den Wall Bake terugkeerde uit Duitse krijgsgevangenschap, waarna hij op 30 september 1945 werd tewerkgesteld bij het Detachement Londen van de Koninklijke Landmacht.
Op 1 augustus 1946 werd hij bevorderd tot tijdelijk Majoor der Genie en een maand daarna volgde zijn benoeming tot Commandant van de Kaderschool der pioniers en de school Reserveofficieren der Pioniers.
In de rang van Kapitein werd hij op 1 februari 1947 toegelaten als leerling tot de HKS te 's-Gravenhage, welke hij na volbrachte studie in 1948 verliet waarna hij op 8 april 1948 werd tewerkgesteld bij het Hoofdkwartier van de Generale Staf.
In dat jaar 1948 werd hem ook het Bronzen kruis toegekend, wegens het "met grote opofferingsgezindheid helpen ontvluchten van andere Nederlandse militairen uit Duitse krijgsgevangenschap en het in veiligheid brengen van een door de vijand als zeer belangrijke gijzelaar beschouwde Britse officier".
Weer tijdelijk benoemd tot Majoor op 20 april 1948, volgde op 23 oktober 1948 zijn definitieve benoeming in deze rang.
Van 6 november   1948 tot 1 november   1950 werd hij als Nederlandse vertegenwoordiger geplaatst in de Londense Staf van Veldmaarschalk Montgomery, Voorzitter van het Comité van Opperbevelhebbers der Westelijke Unie, de doorloper van de NAVO. In deze functie werd hij tijdelijk aangesteld tot Kolonel.
In november 1950 keerde Kolonel van den Wall Bake weer als Majoor terug in Nederland waar hij in functie trad als Hoofd G-4 van de Generale Staf, maar hij werd tegelijkertijd aangesteld tot Luitenant-Kolonel van de Generale Staf welke rang effectief werd op 16 juni   1951 .
Op 1 oktober 1953 werd Luitenant-Kolonel van den Wall Bake benoemd tot Kolonel van de Generale Staf en gelijktijdig aangesteld tot 2e Sous-chef van de Generale Staf.
De Kolonelsrang werd effectief op 1 november 1953 waarbij hij gelijk- tijdig werd belast met de waarneming van de functie van Chef van de Kernstaf van het Basiscommando.
Op 1 maart 1955 volgde de plaatsting als "Deputy Chief of Staff '' bij Headquarters Nothern Army Group te Mönchengladbach, waaraan de tijdelijke rang van Brigade-generaal was verbonden.
Aan deze buitenlandse staffunctie kwam een einde op 16 juli 1957 toen zijn benoeming werd bekendgemaakt als plaatsvervangend Commandant van de 7 December Divisie, gevolgd door de bevordering per 1 november 1957 tot Generaal-Majoor en zijn benoeming tot Commandant van de 7 December Divisie.
Op 1 augustus 1959 werd Generaal-Majoor van den Wall Bake benoemd tot plaatsvervangend Chef van de Generale Staf.
In deze functie kreeg de Generaal een veelvuldig contact met de KMA te Breda, want toen er in verband met onderwijsherziening aan de KMA een Commissie van Advies werd ingesteld werd de plaatsvervangend Chef van de Generale Staf tot voorzitter benoemd.
In die kwaliteit gaf de Generaal op 8 oktober 1960 tijdens een vergadering van alle docenten een uiteenzetting over de reorganisatie van het onderwijs en toen op 9 januari 1961 de Staatssecretaris van Defensie tijdens een persconferentie de onderwijsherziening introduceerde bij de Nederlandse pers gaf Generaal-Majoor van den Wall Bake een technisch inzicht in deze materie.
Op 1 november 1961 volgde zijn bevordering tot Luitenant-Generaal en toen op 24 november van dat jaar het Curatorium en de Raad van Gouverneur en Assessoren van de Kon. Mil. Academie werden geïnstalleerd werd Luitenant-Generaal van den Wall Bake benoemd tot Curator en plaatsvervangend President-curator.
Op 1 mei 1962 werd hij benoemd tot Chef van de Generale Staf, tevens Bevelhebber der Landstrijdkrachten als opvolger van Luitenant-Generaal Le Fèvre de Montigny. Hij was na de legendarische Generaal Snijders de eerste Officier van het Wapen der Genie die deze topfunctie zou bekleden.
Tot 1 januari 1964 bleef hij als hoogste Chef van het Leger werkzaam. Van 17 april 1964-7 mei 1964 maakte Luitenant-Generaal van den Wall Bake een studiereis naar de Verenigde Staten en Canada en bracht oriënterende bezoeken aan de U.S. Military Academy in West Point de U.S, Air Force Academy in Colorado Springs en het Royal Military College te Kingston.
De Koninklijke Militaire Academie waarvoor hij zoveel belangstelIing had getoond mocht hem verwelkomen als 30e Gouverneur op 25 juli 1964, de dag waarop het Commando over de KMA aan hem werd overgedragen door Generaal-Majoor der Cavalerie W. C. H. van Reede